Terwijl ik uitkijk op het oneindige,
zakken mijn blote voeten verder de aarde in.
Het water heet me al golvend welkom,
en de wind waait alle verhalen weg.
Er komt nieuwe ruimte voor de zon,
die mijn verwarmt en verzacht.
Ik zucht eens diep en ontspan,
waarna ik opga in de natuur en de ruimte om me heen.
Geen begin en geen einde.
Het is er stil en open voor datgene
wat ont-moet mag worden.
En vervolgens oplost in dat wat liefde heet.
De pure oneindige ruimte waarin
de natuur de regels bepaalt.
En ik ‘ik’ niet meer ben,
maar De Natuurrijke Ruimte